A Systematic Approach for Variable Selection With Random Forests: Achieving Stable Variable Importance Values

Random Forests variable importance measures are often used to rank variables by their relevance to a classification problem and subsequently reduce the number of model inputs in high-dimensional data sets, thus increasing computational efficiency. However, as a result of the way that training data and predictor variables are randomly selected for use in constructing each tree and splitting each node, it is also well known that if too few trees are generated, variable importance rankings tend to differ between model runs. In this letter, we characterize the effect of the number of trees (ntree) and class separability on the stability of variable importance rankings and develop a systematic approach to define the number of model runs and/or trees required to achieve stability in variable importance measures. Results demonstrate that both a large ntree for a single model run, or averaged values across multiple model runs with fewer trees, are sufficient for achieving stable mean importance values. While the latter is far more computationally efficient, both the methods tend to lead to the same ranking of variables. Moreover, the optimal number of model runs differs depending on the separability of classes. Recommendations are made to users regarding how to determine the number of model runs and/or trees that are required to achieve stable variable importance rankings

Evidence for the 125 GeV Higgs boson decaying to a pair of tau leptons

Peer reviewe

Trapping in irradiated p-on-n silicon sensors at fluences anticipated at the HL-LHC outer tracker

The degradation of signal in silicon sensors is studied under conditions expected at the CERN High-Luminosity LHC. 200 $\mu$m thick n-type silicon sensors are irradiated with protons of different energies to fluences of up to $3 \cdot 10^{15}$ neq/cm$^2$. Pulsed red laser light with a wavelength of 672 nm is used to generate electron-hole pairs in the sensors. The induced signals are used to determine the charge collection efficiencies separately for electrons and holes drifting through the sensor. The effective trapping rates are extracted by comparing the results to simulation. The electric field is simulated using Synopsys device simulation assuming two effective defects. The generation and drift of charge carriers are simulated in an independent simulation based on PixelAV. The effective trapping rates are determined from the measured charge collection efficiencies and the simulated and measured time-resolved current pulses are compared. The effective trapping rates determined for both electrons and holes are about 50% smaller than those obtained using standard extrapolations of studies at low fluences and suggests an improved tracker performance over initial expectations

Search for massive resonances in dijet systems containing jets tagged as W or Z boson decays in pp collisions at √s=8 TeV

Peer reviewe

Search for narrow resonances in dilepton mass spectra in proton-proton collisions at root s=13 TeV and combination with 8 TeV data

Peer reviewe

Observation of Charge-Dependent Azimuthal Correlations in p-Pb Collisions and Its Implication for the Search for the Chiral Magnetic Effect

Peer reviewe

Search for R-parity violating supersymmetry with displaced vertices in proton-proton collisions at root s=8 TeV

Peer reviewe

Measurement of the t-channel single-top-quark production cross section and of the |V tb| CKM matrix element in pp collisions at √s = 8 TeV

Peer reviewe

Search for heavy gauge W ' bosons in events with an energetic lepton and large missing transverse momentum at root s=13TeV

Peer reviewe

Schadevergoeding bij overlijden: een stoel die een soort tafeltje is

In het aansprakelijkheidsrecht heeft een benadeelde in beginsel recht op volledige vergoeding van zijn schade. De gevolgen van de schadetoebrengende gebeurtenis dienen zoveel als mogelijk te worden weggenomen of te worden gecompenseerd. Daarbij wordt gekeken naar de situatie waarin de benadeelde zou hebben verkeerd indien de schadetoebrengende gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden. Dat is bij overlijden per definitie problematisch. Er is iemand weggevallen, wat vele gevolgen heeft. De schade als gevolg van het overlijden komt maar beperkt voor vergoeding in aanmerking. In artikel 6:108 BW is een drietal beperkingen te vinden. Het gaat hier om beperkingen ten aanzien van de aard van de schade, de kring van gerechtigden en de omvang van de schade. Daarbij hinkt het recht op schadevergoeding bij overlijden op twee gedachten. Aan de ene kant is er het aansprakelijkheidsrecht, maar de geleden schade komt niet volledig voor vergoeding in aanmerking. Aan de andere kant is er het recht op alimentatie uit het familierecht, maar dat wordt bij overlijden niet consequent toegepast. De motieven voor de beperkingen van het recht op schadevergoeding zijn achterhaald en niet (langer) overtuigend. Het recht is niet bij de tijd, het sluit niet aan bij de maatschappelijke ontwikkelingen. De beperkingen die het recht op schadevergoeding bij overlijden in de huidige samenleving met zich meebrengt zorgen voor complexe methoden om de nabestaanden tegemoet te komen en oogsten daardoor veel kritiek. In deze bijdrage wordt die kritiek besproken. De bijdrage wordt afgesloten met enkele denkrichtingen voor nader onderzoek